Aarddistel

“En deze stond… LAAG aan de grond”Aarddistel Cirsium acauleAarddistel – Cirsium acaule
(Dwarf Thistle)

Van de twintig Nederlandse distelachtigen is de Aarddistel in bloei het makkelijkst te onderscheiden.De paarse bloemen van de Aarddistel staan zeer laag aan de grond, terwijl bij de overige distels bloemen minstens een halve meter van de grond af pas bloeien.

De Aarddistel is een soort die veel eisen stelt aan zijn groeiplaats. Vanwege zijn kieskeurigheid is hij in Nederland bijna uitgestorven en staat hij op de rode lijst. Op dit moment is de Aarddistel slechts nog een zeer zeldzaam voorkomende plant in Zuid Limburg. Hier groeit hij op kalkrijke grond tussen het weiland. De krijtheuvels bieden deze standplaats aan de plant. Daarnaast wil de plant veel zon en warmte, zoals hij op zijn oorspronkelijke standplaats, in de bergen, ook kreeg. Met die warmte is een beetje water wel benodigd, m.a.w. de plant heeft ook wat vochtige ondergrond nodig. Om de zon te krijgen is het wel hard nodig dat er geen hoge vegetatie rondom de plant staat. Een natuurbeheerder zal om deze plant in zijn gebied te houden zeker iets moeten bedenken waardoor op de juiste plekken de vegetatie laag wordt gehouden. Genoeg schapen regelmatig op het veld neerzetten is een handige en effectieve manier. De poten van de schapen duwen ook stukjes grond kaal, wat weer nieuwe goede vestigingsmogelijkheden biedt.

Aarddistel heeft een voedselarme tot matige voedselrijke grond nodig. De regen in de krijtheuvels veroorzaakt erosie aangezien het hier om hellingen gaat. Het water spoelt voedingsstoffen de heuvel af waardoor op de helling zelf de bodem goed voedselarm blijft en telkens schoon gespoeld wordt tot op het kalksteen. Hierdoor wordt de bodem juist op het schuine krijthellinggrasland geschikt voor de Aarddistel en andere voedselarme kalkgrasland-minnenden. En hoe groter de hellingsgraad des te meer erosie des te beter (tot op een onbekende graad..). Ook is de kalk door afspoeling van ander materiaal nog meer binnen wortelbereik. Dit systeem leidt ertoe dat de meest bijzondere soorten in het kalkgrasland op het midden van de helling groeien. Onderaan de helling ontstaat een ophoping van voedingsstoffen en bovenaan de helling spoelt te weinig weg.

Als de ondergrond op zo’n kalkgrasland voedselarm en geschikt is kan Aarddistel zich er vestigen. Het eerste jaar vormt hij enkel een bladrozet. Die sterft dan af in de winter, maar ondergronds overwinterd de wortelstok wel. Het tweede jaar komt er weer een bladrozet en bloeit hij pas, dat doet hij in juli tot september. Dan steekt hij zijn kopje boven zijn rozet om zijn hippe paarse kapsel zichtbaar en vooral nuttig te maken. Het nut is de aantrekkingskracht dat het kapsel heeft op vlinders, hommels en honingbijen. De Aarddistel is een drachtplant voor deze insecten. Anders dan bij waardplanten profiteren drachtplanten van het bezoek van de insecten, doordat de insecten bijdragen aan het verplaatsen van pollen en hierdoor ook aan de bevruchting van de soort. Een typisch en bekend geval van symbiose tussen plant en dier.

Wanneer een beekdal met Moesdistel in de buurt van een kalkgrasland aanwezig is, dan kunnen de Aarddistel en de Moesdistel elkaar versieren met pollen en zo uiteindelijk een kruising voortbrengen. Deze hybride heet dan (Cirsium x rigens).  In Limburg is dit scenario niet ondenkbaar, vanwege het samen voorkomen van de ecotopen. Maar de kansen hierop zijn niet groot, voornamelijk vanwege de enorme achteruitgang van het voorkomen van de Aarddistel in het algemeen. De soort staat werkelijk op het punt uit te sterven. Ook in België is deze soort zeer zeldzaam. Gelukkig komt hij verder wel ook voor in Azië.

De latijnse naam van de Aarddistel is afgeleid van de geneeskrachtige werking. De geslachtsnaam Cirsium stamt af uit het Griekse Kirsos, wat gezwollen ader betekent.  Kirsion betekent distelsoort in het Grieks. Het schijnt dat de soorten uit dit geslacht (vederdistels) spataderen kunnen genezen. Akkerdistel, Speerdistel, Kale jonker zijn andere bekende soorten uit dit geslacht.

De latijnse soortnaam van de Aarddistel: Acaule, betekent stengelloos.

Plaats een reactie