Kaal knopkruid

“Schijt aan het imago”

Kaal knopkruid

Kaal knopkruid – Galinsoga parviflora (Gallant soldier)

Kaal knopkruid is een bekend plantje voor de landbouwers. Ze noemen hem akkerpest. Het plantje komt ook veel langs de stoepranden, tussen tegels en op braakliggende gronden voor. De soort is erg algemeen, maar in Zeeland, Groningen, Friesland, de Waddeneilanden en Flevoland is Kaal knopkruid wel een stuk moeilijker te vinden.

Hij is duidelijk te herkennen aan de bloemetjes die als een soort wisselend kindergebidje eruit zien, vanwege de onderbrekingen in de straalbloemblaadjes. Deze onderbrekingen zijn erg bijzonder in de Composietenfamilie Asteracaea. Het bloemetje in het geheel lijkt op een soort knopje, vanwaar de naam komt. In Nederland is er nog een andere harigere knopkruidsoort te ontdekken.

Harig knopkruid Galinsoga quadriradiata is een stuk dichter behaard dan kaal knopkruid maar heeft dezelfde bloemvorm. Kaal knopkruid is echter niet helemaal kaal, zoals de naam suggereert, maar wel veel minder dicht behaard als Harig knopkruid. Kaal knopkruid kan wat groter dan een halve meter groeien, Harig knopkruid blijft altijd kleiner.

Zoals sommige plantensoorten explosief afgenomen zijn in de laatste eeuw, zo sterk zijn beide knopkruiden juist in aantallen toegenomen in Nederland. Een eeuw geleden kwam Harig knopkruid nog niet eens in Nederland voor en was Kaal knopkruid nog zeer zeldzaam, een enkele keer te vinden op een akker. Tegenwoordig zijn beide planten zeer algemeen en staan ze bekend als sterk woekerend onkruid.

Het imago van Kaal knopkruid was na de ontdekking al binnen een mum van tijd zeer slecht geworden. Zo slecht dat de mensen het plantje begonnen uit te schelden. Men noemde het plantje ‘schijtkruid’, ‘drek’ , ‘tuig’ en ‘prutvuil’. Ondanks deze hartelijke ontvangst liet het Kaal knopkruid zich niet uit het veld slaan. Maar hoe kwam Kaal knopkruid in Nederland terecht?

Er was op een gegeven moment ontdekt dat het plantje zich vanuit Duitsland richting Nederland had bewogen. In Duitsland woekerde in die tijd veel wilde kruiden vanwege een grootschalig gebrek aan onderhoud. De perken werden niet bijgehouden, struiken overgroeiden sloten en openbare ruimtes  stonden bol van de wilde planten! Het enige voordeel van de oorlog! De Frans-Duitse oorlog in 1863 was de oorzaak van deze situatie. Het was een situatie waar ook Kaal knopkruid van geprofiteerd had. Kaal knopkruid was oorspronkelijk vanuit Latijns Amerika door een Botanicus meegenomen naar een botanische tuin in Berlijn. In de Frans-Duitse oorlog is het plantje ontsnapt uit zijn botanische gevangenis en de vrije Europese wereld ingetrokken.

Kaal knopkruid zocht eerst onderdak bij een aardige aardappelboer en leefde daar tussen de aardappels. Op een dag werden een aantal aardappels naar Holland vervoerd. Toen Kaal knopkruid hier lucht van kreeg, kreeg hij het avontuurlijke idee om mee te gaan liften naar de lage landen. Zo gezegd, zo gedaan.

Deze aardappelgeschiedenis hebben voor de volksnamen ‘patattenkruid’  en ‘patattenbloem’ gezorgd. Nadat dit patattenkruid arriveerde in Nederland en zijn plekje gevonden had op een nieuw aardappelveld in Harderwijk, had hij de smaak te pakken en wilde toch wéér verder uitbreiden. Deze laatste wending van Kaal knopkruid  pakte zeer destructief uit voor zijn imago!

De uitbreiding van Kaal knopkruid werd namelijk een groot succes! Kaal knopkruid bleek een aantal eigenschappen te hebben die hem in Nederland naar een groot succes leidde. Kaal knopkruid produceert bijvoorbeeld ontzettend veel zaden. Deze zaden kiemen zeer gemakkelijk en zeer snel. Ook kan het plantje het gehele seizoen tot bloei komen en zaden ontwikkelen en hij komt per plant ook zeer snel in bloei. Het plantje werd niet voor niets ook wel ‘rap-groot’ genoemd.

Als de plantjes losgerukt zijn uit de bodem of afgestorven zijn door heftige vorst is Kaal knopkruid zelfs in staat om alsnog zaad te gaan produceren vanuit de bloemetjes! Uitgetrokken plantjes kunnen ook opnieuw wortelen. De bloemetjes kunnen zichzelf bestuiven, maar doen dit ook via insecten. Al deze eigenschappen maken het plantje erg succesvol,… maar ook gehaat!

De Hollanders wilden de plantjes niet en begonnen de Duitsers nu verantwoordelijk te houden. Het plantje werd ‘Duitse stront’ genoemd. Jaren later tijdens de tweede wereldoorlog werd de haat voor de plant omgezet in nieuwe namen zoals ‘hitlerskruid’ en ‘moffenkruid’ de wereld in. Maar de Duitsers waren niet de enige die verantwoordelijk werden gehouden voor deze ‘gauwgroot’.

Allerlei verschillende volkeren werden ineens gekoppeld aan de plant. Zo kreeg de plant ook de namen ‘Franse drek’ of ‘fransozenkruid’, maar ook de namen ‘Amerikaanse drek’ en ‘Amerikaans vuil’. Zelfs de Joden moesten het ontgelden in die tijd. De plant werd ook Jodenkruid genoemd.

Het was onduidelijk op wie de woede rondom de plant nu gericht moest worden. Iemand ontdekte toen dat de plant van zijn buurman afkomstig was, dus dit raadsel was voor hem opgelost. Zo ontstond de naam ‘buurmanskwaad’.

Anderen waren zo in de war dat ze zichzelf maar de schuld gingen geven en de plant Hollands-kruid gingen noemen. Het was in ieder geval duidelijk dat de plant nog niet lang in het land aanwezig was en daarom vond men de naam ‘nieuw-vuil’ ook gepast. Uiteindelijk kwamen er mensen tot de conclusie dat de naam ‘plukkem’ eigenlijk de slimste naam was.

Tegenwoordig komt de plant overal voor en vormt het plantje nog steeds fronzen. Nu zijn het vooral de biologische landbouwers die deze fronzen op hun gezicht krijgen. Elke natuurkenner weet dat als men de aanwezigheid of de afwezigheid van een plant of dier wenst, dat die wens niet enkel gebaseerd is op die ene soort. Het zijn meestal de aan die soort verbonden andere soorten die de belangrijkste rol spelen bij gewenstheid of ongewenstheid. Het zijn al die micro-organismen, virussen en insecten die Kaal knopkruid als gastheer nodig hebben, welke een gevaar kunnen vormen voor de omliggende gewassen. Dat is de reden waardoor die landbouwer niet blij is met de plant Kaal knopkruid op het land.

Kaal knopkruid zelf is ook met sommige dingen niet blij. Kaal knopkruid is bijvoorbeeld niet blij met droogte. Hier krijgt hij droogtestress van. Het plantje kan er daarnaast ook niet tegen als hij teveel tegen andere planten op moet kijken. Het is de schaduw van andere planten die Kaal knopkruid belemmerd  in zijn ontwikkeling. Een andere minder positieve eigenschap waarmee dit plantje moet dealen is de korte kiemkracht van zijn zaadjes. De kieming van het zaadje moet zich dus wel snél voltrekken om een nieuw plantje te kúnnen vormen.

Het zaadje kan in tegenstelling tot de plant wel goed tegen de vrieskou met vorst. Maar de favoriete omgevingstemperatuur van een kiemend zaadje is dit zeker niet. Liever heeft het zaadje een behagelijke kamertemperatuur van twintig graden. Als een zaadje aan het oppervlak van de grond ligt en deze grond is ook nog eens licht verstoord, dan is de kieming zo goed als een feit. Kaal knopkruid als plant groeit duidelijk sneller als anders, als wij naar het strand gaan vanwege de hoge temperaturen.

Het plantje maakt ook ondergronds een stevig wortelstelsel. Het wortelstelsel graaft zich het liefst een weg door lichte gronden vol met stront. Als u het plantje niet wilt hebben zult u regelmatig onkruid moeten wieden voordat het plantje in bloei komt te staan. U kunt de jonge stengels en de jonge blaadjes van Kaal knopkruid ook zelf opeten. Dat is handig want het moet toch voor de bloei gebeuren. Als u dit plantje eet zult u wel een extra smaakmaker erbij moeten doen om de knopkruidspinazie of -soep smakelijk te maken.

Het eten van het plantje zal uw calciumgehalte meer opkrikken dan het drinken van melk bij gelijke hoeveelheden, indien u het Kaal knopkruid goed doorkookt. Tevens zullen uw ontstekingen geremd worden dankzij de geneeskracht in het plantje. Kaal – én Harig knopkruid bevatten beide ook veel kalium, magnesium, veel meer vitamine C dan in citroenen en vooral heel veel ijzer! De plantjes zijn gewoon buiten te vinden, en zijn buitengewoon goed voor de weerstand! De plantjes werken ook tegen infecties zoals griep en tegen botontkalking. U kunt ook sap uit de plant persen en zo een erg gezond knopkruiddrankje drinken. Kaal knopkruid schijnt lekkerder te zijn dan Harig knopkruid, maar dit heeft vooral met een afgunst voor haartjes in de keel en tegen de huig te maken.

De naam Galinsoga komt van, en is gelijk aan de naam van een Spaanse botanicus die als arts in dienst was voor de koningin van Spanje uit de achttiende eeuw. De soortnaam parviflora komt van het Latijnse woord parvus wat slaat op die kleine grappige bloemetjes. Deze apart gevormde bloemetjes zijn ecologisch niet zo waardevol. Alleen honingbijen wordt eigenlijk een echt plezier gedaan, vandaar dat de plant ook maar aan zelfbestuiving is gaan doen… Hoewel de Chinezen ook wel plezier beleven van de bloemetjes. Van deze bloemetjes worden in China medicinale aftreksels getrokken die de ogen en de lever kunnen reinigen.

Een andere vaak-handige toepassing van Kaal knopkruid is de brandneteljeukoplossende-werking. Altijd handig om dit te weten als er geen Hondsdraf Glechoma hederacea of Smalle weegbree Plantago lanceolata in de buurt is. Wrijf de Duitse stront goed uit over de jeukende plek en bedenk u dan dat  enig respect voor deze ‘Gallant Soldier’ ook wel eens aanwezig mag zijn.

Een gedachte over “Kaal knopkruid

  1. Ik ben erg blij met dit verhaal. Het plantje was mij goed bekend, maar niet deze achtergrond. Zag een akker met Kaal Knopkruid en Melde. Dit voor veevoer.
    In Drenthe heet het: Smilliger Roet( onkruid uit Smilde)

Plaats een reactie