Beemdooievaarsbek

“De plant van een ondeugd”

Beemdooievaarsbek - Geranium pratense  (Meadow Cranesbill)

Beemdooievaarsbek – Geranium pratense  (Meadow Cranesbill)

 

Deze Beemdooievaarsbek is een hemikryptofyt. Deze aftrap klinkt als een scheldpartij, maar hemikryptofyt betekent levensvorm met winterknoppen op of iets onder de grond. De plant is dus een meerjarige plant, die winters kan overleven door middel van winterknoppen op bodemniveau. Als de winter uit het land wegdrijft, neemt de lente de macht over. De lente drijft Beemdooievaarsbek aan tot groeien. De groei zal de plant niet aanzetten om groter dan een meter te worden.

Als de natuur opgewarmd wordt, totdat zij zomers is geworden, maakt Beemdooievaarsbek zijn bloemen aan. De zomerse bloei is paarsachtig blauw gekleurd, heel soms wit. Vanuit het centrum van de bloemen schieten duidelijk zichtbare en anders gekleurde stralen over de bloemblaadjes richting de buitenrand. Deze stralen begeleiden geïnteresseerde insecten, zoals honingbijen, hommels, solitaire bijen en vlinders, richting de kern van de bloem, waar iets lekkers voor ze verstopt zit. Vooral honingbijen zijn gek op de Beemdooievaarsbek.

Als de bloemen uitgebloeid zijn, wat meestal ergens in juli tot aan september zal gebeuren, beginnen er vruchtjes te ontstaan. De vruchtjes bestaan uit vijf deelvruchtjes met zeer lange snavels. Deze snavels lijken op de snavel van een ooievaar, vandaar de naam ooievaarsbek. Geranium is de Geslachtsnaam en stamt van ‘Geranos’, wat kraanvogel in het Grieks is. Dit zou ook eventueel iets met die snavel te maken kunnen hebben. Deze snavel is hygroscopisch. Wat betekent dat ze vocht uit de lucht kunnen opnemen. Als er genoeg vocht is opgenomen en de vruchtjes gerijpt zijn, dan krult de buitenwand van de snavel omhoog en springen de vijf deelvruchtjes de wijde wereld in. Deze wijde wereld is meestal niet wijder dan twee meter.

Ooievaarsbekken vormen zelfs een familie onder de planten, de Ooievaarsbekfamilie Geraniaceae. Binnen deze familie hebben de meeste ooievaarsbekken roze getinte bloemen, die van de Beemdooievaarsbek wijken daar dus een beetje van af. Er zijn echter wel cultivars onder Beemdooievaarsbek met andere kleuren. Bijvoorbeeld Geranium pratense ‘Striatum’ is een cultivar met witte bloemen met blauwe vlekken en Geranium pratense ´forma albiflorum’ is een cultivar met altijd compleet witte bloemen. Wat ook opvalt aan de bloemen van Beemdooievaarsbek is dat ze per stengel meestal twee aan twee in bloei staan, soms ook wel alleen. Tijdens de bloei staat er dan een volgend duo knoppen te wachten totdat zij aan de beurt zijn om eens lekker los te gaan. Het volgende duo bloemen wacht netjes met bloeien tot het bloeiende paar is omgevormd tot twee ooievaarsbekjes.

Uiteindelijk zit het hele plantje vol met ooievaarsbekjes. Ooievaars staan symbool voor goed ouderschap, dit is omdat Ooievaars dit ook zijn. Deze symboliek zit daarom indirect verscholen in dit plantje. Christenen zagen in de ooievaar een symbool voor het huwelijk tussen twee mensen die beide maagd waren. Dat symbool is gebaseerd op een misvatting. Ooievaars zijn niet monogaam, wat deze christenen dachten. Ooievaars doen wel aan seriële monogamie. Dat betekent dat ze altijd één partner tegelijk hebben, maar wel om de zoveel tijd een nieuwe partner nemen. Ze hadden beter de zwaan als symbool voor maagdelijke huwelijken kunnen gebruiken, want zwanen zijn wel monogaam. Zwanen symboliseren daarom terecht liefde en trouw. 3% van de faunasoorten op aarde is monogaam.

Maar nu terug naar de Beemdooievaarsbek. De onderste bladen van hem zijn langgesteeld en kunnen bij langdurige droogte last krijgen van meeldauw. In tuinen wordt de Beemdooievaarsbek vaak neergezet vanwege zijn mooie uiterlijk. Hij wordt zelfs al eeuwenlang in tuinen geplaatst, ook voor de blauwe verfstof die uit de bloemen verkregen kan worden. Ook in wildeplantentuintjes is Beemdooievaarsbek geschikt. Wanneer de plant last krijgt van meeldauw kunt u het beste de bladeren wegknippen en water blijven geven, het volgende jaar zal de plant weer gezond zijn. Meestal zal de Beemdooievaarsbek niet heel veel onderhoud vragen om hem te behouden. Hij zal eerder snel uitbreiden dan uit zichzelf verdwijnen. Via wilde-planten-zadenmengsels en guerilla-gardening komt hij ook regelmatig in bermen terecht.

Het woord Beemd, dat aan deze ooievaarsbek is vastgeplakt, duidt op een andere biotoop van de plant. Beemd is een term die vooral in Noord-Brabant gebruikt wordt voor graslanden in een beekdal. Beemdooievaarsbek komt naast dergelijke graslanden ook voor op dijken, in landgoedbossen en in bossen met veel lichtdoorlatendheid (lichte bossen). Een beetje schaduw kan de soort wel aan, vandaar dat hij ook langs struikenrijen kan groeien. De soort kan ook goed overleven in bemeste graslanden of ruigere begroeiingen. Wanneer u de plant aantreft kunt u zeker ervan zijn dat de bodem voedselrijk is. Hoe meer u de blauwe gloed kunt zien, des te meer u verzekerd bent van een voedselrijke grond. Dit betekent niet dat bij afwezigheid van de soort, de bodem niet voedselrijk kan zijn, want er zijn vele indicatorsoorten voor voedselrijkdom, bijvoorbeeld Grote brandnetel Urtica dioica. Grote brandnetel duidt wel meestal op een nog voedselrijkere bodem dan Beemdooievaarsbek. De plant zal nooit op een te droge standplaats vestigen of een zeer zure standplaats.

De Beemdooievaarsbek is in Nederland toch vrij zeldzaam, ondanks de vele voedselrijke bodems. In Luxemburg en de reliëfrijke delen van België is hij algemener voorkomend. In Midden Europa komt de plant ook vaker voor dan in Nederland. In Engeland komt hij voor en Midden Azië is ook niet geheel onbekend voor Beemdooievaarsbek. Afgelopen decennia heeft hij ook bepaalde delen van Noord-Amerika bereikt. In Nederland is hij het meest algemeen langs de grote rivieren.

Beemdooievaarsbek heeft, ondanks de eeuwenlange tuinstandplaatsen, weinig volksnamen verkregen. In Nederland is er eigenlijk geen enkele volksnaam, alleen weide-ooievaarsbek is wel een door Wikipedia genoemde bijnaam van de plant. In Duitsland is er wel de volksnaam Göttesgenade en in Scandinavië wordt Odin om onverklaarbare redenen betrokken bij de plant in de volksnamen Odinsgenade en Odinsbloem.

Eerder in deze tekst werd de blauwe verfstof genoemd, die gewonnen werd uit de bloemen. Of deze verfstof werkelijk uit de bloemen of uit de wortel gewonnen werd lijkt wat onduidelijk, omdat er ook aanwijzingen zijn dat in IJsland nu juist de verfstof uit de wortels werd gehaald. De IJslanders gebruikte de blauwe verfstof om de mantels van hun volkshelden te blauwen. De plant kan trouwens ook in salades verwerkt worden.

Het gebrek aan volksnamen doet een folklore-loos verleden vermoeden, maar Beemdooievaarsbek heeft zeker geen gebrek aan folklore. Deze soort uit de ooievaarsbekfamilie heeft een lange geschiedenis in de tuinen. De tuinders hebben door de eeuwen heen vanwege hun neusorgaan, hun gevoel voor esthetiek, hun smaakpupillen en de creatieve toepassingen keer op keer gekozen voor de plant. Het behoudt van Beemdooievaarsbekken in de tuin kan niet alleen toegeschreven worden aan deze dingen. De geschiedenis en de energie van een plant zouden volgens sommigen een connectie hebben met de tuinder, anders zal de plant verdwijnen. De magie van dit plantje is een zeer mystieke, aangezien de magische gebruiken goed verborgen zijn. Deze magie zal ik dit keer niet kunnen onthullen.

Ik kan u wel vermelden dat in de buurt van de Beemdooievaarsbekken aardmannetjes en elfen wonen. Deze wezentjes gebruiken de plant maar al te graag voor hun kattenkwaad, niks om bang voor te zijn. Er is één aardmannetje die in de volksverhalen diep verbonden is met de Beemdooievaarsbek. In feite wordt hij zelfs als eigenaar aangeduid van alle Beemdooievaarsbekken. Het gaat hier om Robin Goodfellow. Hij is een ondeugend, maar vrolijk aardmannetje die houdt van practical jokes.

Robin Goodfellow werd wel als een huisgeest gezien, die gebonden was aan een bepaalde familie. In Schotland werd zo’n huisgeest ook wel een Puck genoemd. Vanwege deze streken werd zo’n Puck ook onder de ‘Brownies’ gerekend. Brownies zijn bruinrode Schotse huisgeesten. Het waren meestal TE rijke mensen die geplaagd werden door deze brownies. Om deze plaaggeest tegemoet te komen offerde men bepaalde dingen op een speciale Brownie-steen om de geest tevreden te stellen.

Een favoriete grap van Robin Goodfellow is zichzelf in de vorm van een kruk te veranderen en dan plotseling te verdwijnen. Naast gedaanteveranderingen kan hij ook zijn stem veranderen. Hiermee zou hij vaak genoeg mensen in hilarische situaties hebben gebracht.

Tegelijkertijd zou Robin Goodfellow ook allemaal fijne klusjes voor het huis en de familie uitvoeren.  Zo zou hij bijvoorbeeld voor u kunnen doorborduren als u naar bed gaat, of alvast wat melk voor u kunnen karnen voor de ochtendzon opkomt. Dankbaarheid werd vooral in boerderijen ervaren. Later bleek dat huisgeesten het gewoon meer naar hun zin hebben in boerderijen.

Er gingen ook verhalen te ronde dat, als iemand Robin Goodfellow iets zou flikken, hij dan alles wat hij ooit voor diegene gedaan had ongedaan kon maken. Een dergelijk verhaal heeft uiteraard weer geleidt tot verhalen waarin dit aardmannetje met de duivel verbonden werd, het zou een kleinkind van satan zijn. In Engeland werd Robin Goodfellow niet als een huisgeest of duivelachtig gezien. Hier was hij geen brownie, maar een landgeest in de vorm van een aardmannetje, een personificatie van het land. De ‘Witte wieven’ in Nederland duiden bijvoorbeeld ook op zijn aanwezigheid als landgeest.

Deze Robin Goodfellow schijnt Beemdooievaarsbek te bezitten, maar zelf de feeënkoning te dienen. Als u de Beemdooievaarsbek tegenkomt, bedenkt u dan een goeie grap om Robin Goodfellow op een gepaste manier de groeten te doen.

Plaats een reactie