Amerikaanse kruidkers

“De Amerikaanse treinreiziger”

Amerikaanse kruidkers Lepidium virginicum

Amerikaanse kruidkers – Lepidium virginicum – (Virginia Peppergrass)

Amerikaanse kruidkers is een eenjarig  kruid. Het kruid komt zoals de naam al aangeeft oorspronkelijk uit Amerika, Noord-Amerika. Amerikaanse kruidkers is inmiddels in Nederland ingeburgerd. Onder inburgering verstaan we dat een soort in het Nederlandse klimaat levensvatbaar is en zich vervolgens zelfstandig kan handhaven en voortplanten. De inburgeringscursus wordt verzorgd door het gehele milieu. De plant slaagt voor zijn inburgeringscursus als hij aan twee voorwaarden voldaan heeft. 1. Hij moet zich minstens gedurende drie opeenvolgende generaties op meer dan één plaats handhaven zonder hulp van de mens. 2. Hij dient een welomschreven standplaats te bezetten.

De controle of een plant zijn inburgeringscursus behaald heeft of niet, heeft wel wat haken en ogen. Het is soms moeilijk vast te stellen of de plant drie generaties heeft standgehouden of dat er gewoon jaarlijks neven en nichten overkomen vanuit zijn geboorteland. En het kan ook zo zijn dat gecultiveerde vrienden uit de tuinen jaarlijks de wilde natuur in gaan en daar een mooi thuisplekje veroveren.  Vooral bij soorten die maar één jaar leven is het moeilijk te bepalen. Wanneer men zeker weet dat er geen zaden meer van de trein afstappen en ook de tuinen niet de zaden aanleveren, dan kan het criterium ‘standhouden’ vastgesteld worden.  Wanneer in een groot gebied de soort blijft verschijnen en de aanvoer van de plantenzaden daar waarschijnlijk niet vanuit het buitenland afkomstig is, dan krijgt zo’n soort zijn diploma. Als een plant zijn inburgeringscursus behaalt heeft, dan mag hij de titel “Ingeburgerd” voeren.

Amerikaanse kruidkers heeft inmiddels zijn inburgeringscursus behaald, vanwaar de plant op deze site zijn plaatsje heeft verdient. Hij heeft de standplaats, open, droge, voedselrijke en meestal stenige grond verovert. Dit type standplaats bezet hij vaak in steden, maar voornamelijk langs spoorwegen. ‘Langs spoorwegen’ is typisch zo’n plek waarvan de controleurs moeilijk kunnen bepalen of de zaden van ver komen of niet. Vanwege het feit dat de soort zich ook handhaaft in de stad op industrieterreinen, haventerreinen, parkeerplaatsen, tussen straatstenen, in plantsoenen en tegen straatmeubilair heeft de vaststelling van de inburgering toch plaatsgevonden.  Het is nog steeds een zeldzame soort. Maar ook in Vlaanderen pakt Amerikaanse kruidkers steeds meer de trein om zich uit te breiden.

Oorspronkelijk werden de zaden van Amerikaanse kruidkers niet met de trein aangevoerd. Logisch omdat de trein vanuit Noord-Amerika naar hier nog steeds niet rijdt. Het is het graan en het graszaad, dat vanuit Amerika ingevoerd is, waarmee de zaden meegelift zijn. Dit graan werd vroeger naar de Hollandsche molens gebracht om hier gemalen te worden. Rondom de molen vielen de zaadjes toentertijd wel eens uit het graan op de grond. Rond de molen zijn hierdoor de eerste standplaatsen ontstaan van de Amerikaanse kruidkers. Steeds vaker werd het plantje rond molens gevonden en van daaruit is hij het land ingetrokken.

De herkenning van een buitenlandse soort wordt vergemakkelijkt doordat elke plant een algemene Latijnse naam heeft die door de gehele wereld gebruikt wordt. De Latijnse naam van de Amerikaanse kruidkers is Lepidium virgínicum. Lepidium stamt uit de Griekse taal van het woord lepis. Lepis betekent schub. Al die zaad-bevattende dingetjes, die u op de foto’s ziet, worden in de botanische taal hauwtjes genoemd. Die hauwtjes hebben iets weg van schubjes… ach, zo dachten de naamgevers er over. Deze schubjes kunnen trouwens ook gegeten worden. U kunt, als de pepermolen leeg is, deze hauwtjes ter vervanging van peper gebruiken. Vandaar de Engelse soortnaam Virginia Peppergrass. De Latijnse soortnaam virginicum is afgeleid van Virginia, de Amerikaanse staat waar de soort waarschijnlijk vandaan komt.

De jonge bladeren kunnen ook gegeten worden. De bladeren zijn niet al te royaal in omvang en de Amerikaanse kruidkers is ook zeldzaam, dus erg veel zult u niet aan deze tip hebben. Maar als u zich ooit in een erg hongerige toestand langs de spoorweg bevind en u komt een Amerikaanse kruidkers tegen, dan kunt u de blaadjes gewoon rauw eten. Ook kunt u ze meenemen en ergens aan de kook brengen voordat u ze opeet.

De geslachtsgenoot Tuinkers Lepidium sativum zal meer mensen bekend zijn als voedingswaar. Tuinkers wordt wel in doosjes verkocht bij de groenteboer, meestal onder de naam Sterrenkers. Het is een kruid die al eeuwenlange bekendheid geniet en door de magen van vele voorouders zijn gegaan. Deze tuinkers is heerlijk in salades, op een boterham met kaas,  als finishing touch in de soep of op de omelet. Ook Amerikaanse kruidkers kunt u op deze manier eten. De smaken van de bladeren van beide soorten zijn een beetje scherp wat duidt op gezonde stoffen. Uw kind zal deze link minder snel leggen en de smaak minder bevallen. Hiervoor zijn citroensap en suiker uitstekende smaakverzwakkers.

Amerikaanse kruidkers toont van mei tot augustus zijn kleine witte bloemetjes die alle vier kroonbladen (bloemblaadjes) bevatten. De vier bloemblaadjes staan in een kruis. Amerikaanse kruidkers heeft dit kenmerk overeen met zijn gehele familie, de Kruisbloemenfamilie. Alle familieleden hebben vier kroonbladen en tevens vier kelkblaadjes. Kelkbladen zijn de (bijna altijd) groene blaadjes die onder het bloemhoofdje groeien en vaak gezamenlijk een kelkachtige vorm hebben. De Latijnse naam van de Kruisbloemenfamilie is Brassicaceae. De familieleden uit deze familie leveren ons vele groenten. Het is typisch een familie van wintergroenten.

U bent waarschijnlijk erg bekend met het familielid Brassica oleracea, waaronder vele vaak gegeten varianten vallen. Brassica oleracea is een zeer verwonderlijke plantsoort die gekweekt wordt voor Bloemkool, Spruitjes (Spruitkool),Boerenkool, Broccoli, Koolrabi, Rode kool en Witte kool. Andere bekende gegeten familieleden zijn Radijs Raphanus sativus subsp. Sativus,  Chinese kool Brassica rapa var. Pekinensis, Mierikswortel Armoracia rusticana, Rucola Eruca sativa en Gele mosterd Sinapis alba.

Andere familieleden zijn bijvoorbeeld Judaspenning Lunaria annua, Herderstasje Capsella bursa-pastori, Koolzaad Brassica napus, Witte waterkers Nasturtium officinale, Pinksterbloem Cardamine pratensis,Look-zonder-look Alliaria petiolata, Zandraket Arabidopsis arenosa en de Zaadhuttentut Camelina sativa subsp. Sativa. Eigenlijk zijn alle familieleden eetbaar, hoewel ze niet allen even lekker smaken. Als u van plan bent uitgebreide Kruisbloemenfamiliediners te organiseren, let dan wel op. De zaden van sommige soorten hebben een hoog erucazuurgehalte.

Welke effect erucazuur heeft op de menselijke gezondheid is niet helemaal duidelijk. Maar er zijn aanwijzingen dat het een slecht effect heeft op het hart. Bij experimenten met ratten bleken de hartjes zich te vervetten. Dit erucazuur is de reden waarom mosterdolie ooit als gevaarlijk voor de mens is bestempeld. De effecten op ratten kunnen niet direct tot de conclusie leiden dat ook mensen op deze wijze op stoffen reageren. Ratten zijn minder goede planteneters en hebben hierdoor een verminderd vermogen om plantaardige vetten te verteren. Het zou zomaar kunnen dat het menselijk verteringsvermogen andere resultaten oplevert. Het erucazuur wordt inmiddels als ingrediënt gebruikt voor de zogenaamde hydraterende crèmepjes  en voor Lorenzo olie, wat werkt tegen een stofwisselingsziekte. Koolzaad is een familielid dat grootschalig in cultuur is gebracht, maar niet vanwege het erucazuur. Het gehalte aan erucazuur is tijdens de kweek van Koolzaad juist teruggedrongen tot een procentuele bevatting van kleiner dan één procent.

Het kruisbloemenfamiliediners raad ik u dus toch af, omdat het eten van grote hoeveelheden aan erucazuur weldegelijk schade kan toebrengen. Maar een beetje mosterd na de maaltijd is geen probleem.

Plaats een reactie