Tamme kastanje

“Verlossende vruchtbaarheid”

Tamme kastanje Castanea sativa

Tamme kastanje – Castanea sativa (Spanish Chestnut / Sweet Chestnut)

De Tamme kastanje is een grote inheemse en in Nederland een algemeen voorkomende boom. Het is een boomsoort die wel eeuwenoud kan worden. In Sicilië staat een van de oudste Tamme kastanje van zo ongeveer drieduizend jaar oud!  Dit is wel wat extreem, maar de Tamme kastanje kan zonder menselijke bemoeienis best vijfhonderd tot duizendvijfhonderd jaar oud worden. In Nederland zal de boom over het algemeen toch niet veel ouder kunnen worden dan 150 jaar. De Tamme kastanje kan 35 meter worden en KAN een omtrek tot 13 m vormen. Ook dat is niet in Nederland aan de gang.

Het karakter van deze oud wordende boom kan ook in mensen teruggevonden worden. In de vergelijkingskunst, die we typologie noemen, waarbij een plant vergeleken wordt met eigenschappen van de mens, kan bij de Tamme kastanje gesproken worden van een oud wordend mens. Of een mens die ouderdomssymptomen zoals moeheid vertoond.

In het karakter van de boom zelf is een duidelijke omschakeling te merken vanaf een bepaalde leeftijd. We kunnen wel stellen dat het volwassen worden ook bij dit wezen wezenlijke veranderingen bewerkstelligt. In de jeugd kan de boom beter tegen een leven in de schaduw, op latere leeftijd veranderd deze verdraagzaamheid van het duister en wordt de duisternis lastiger voor de boom om te verdragen. Ook is het zo dat als de boom uit de jeugdjaren is gegroeid, de boom ook sneller wil groeien.  Het verlangen naar licht lijkt wel groter te worden.

Dit gedrag van de Tamme kastanje is vaker terug te in andere climaxsoorten. Climaxsoorten zijn enthousiaste bomen die in de eindtoestand van de successie in een bos nog steeds vrolijk floreren alsof er niks aan de hand is. Logisch, want zij voelen zich juist thuis is dit late successiestadium. De Tamme kastanje is bijvoorbeeld in een Zomereik-verbond Quercion roboris een toonaangevende soort, doch vormt hij minder dan tien procent van de loofbomen in dit bosplantengemeenschap van arme grond. De Tamme kastanje is ondanks dat hij een climaxsoort is, niet een boom die nietsontziend groeit en op den duur alles laat uitwijken voor hem. Het is een boom die ook vaak genoeg door andere soorten verdrongen kan worden.

De boom kan zelf geplaagd worden door wind, zeewind, vervuilde lucht en voorjaarsvorst.  Maar de boom kan ernstiger geplaagd worden door een in het jaar 2010 in midden Nederland aangekomen schimmel, de Cryphonectria parasitica. Het is een schimmel die de Tamme kastanje kan doden en noordwaarts het land in lijkt te trekken. Bij inspectie van de Tamme kastanjes wordt deze schimmel inmiddels goed in de smiezen gehouden om te ontdekken of het een incident is of niet. En de besmette bomen worden (vanwege het eeuwige voortrekken van bomen ten opzichte van schimmels) gekapt.

In het bos staat de Tamme kastanje vaak omdat de mens hem graag zo snel mogelijk weer dood wil verkopen. Na ongeveer vijftig jaar wordt de boom weer gekapt omdat een oudere Tamme kastanje minder duurzaam hout oplevert. Dit doen ze vaak om het kastanjehout uiteindelijk te gebruiken voor bijvoorbeeld weidehekjes, want het hout is goed bestand tegen vocht. Helaas heeft men nog niet bedacht dat weidehekjes ook van levend materiaal zou kunnen bestaan en die boom in het bos dan langer zou kunnen leven. De realiteit is dat ook de bosbouwer sterk afhankelijk is van financiële inkomsten. De waarde van natuur wordt in dit systeem die wij op onze planeet hanteren opgeheven door de intrinsiek illusionaire waarde van geld. Iedereen mag daarvan vinden wat die ervan vindt.

De duurzaamheid van het hout komt door het looizuur dat zich in het kernhout bevindt. Dit hout is vanwege de waterbestendigheid ook goed bruikbaar voor vaten, bruggen of tuinmeubels. Hout van de Tamme kastanje is ook te vergaren via hakhoutbeheer, waarbij takken telkens tot een stobbe afgezet worden.  Niet alle boomsoorten verdragen dergelijke snoei goed.

Maar de Tamme kastanje heeft zijn eeuwige populariteit bij de mensheid niet vergaard door zijn dode toestand. Het is de vruchtbaarheid van de Tamme kastanje die ons het meest heeft aangesproken. Ook is die vruchtbaarheid de oorzaak dat de boom inmiddels inheems is in Nederland.  Er gaan verhalen te ronde dat het Romeinen waren die de noten van de Tamme kastanje van Zuid-Europa noordelijker verhuisden. Het is wel zeker dat de Romeinen erg genoten hebben van de noten.

Na de kastanjes te drogen en te malen werd er met melk een kastanjepap van gemaakt. Om deze reden werden kastanjes ook wel door de Romeinen verbouwd door Europa heen.  Vermalen kastanjes zijn ook wel opgesnoven, niet om het zelfvertrouwen een oppepper te geven, maar om extra veel neusslijm te produceren, hoewel dat indirect misschien bij sommige mensen wel zelfvertrouwen kan opleveren, maar dat zal een raar geval op zich zijn. O, en het poeder is ook gebruikt tegen aaltjes in kamerplanten… Terug naar de Romeinen.

Het feit dat die Romeinen graag kastanjepapjes aten heeft toch verder niks te maken met de oorzaak van de Tamme kastanje in noordelijkere Europese streken.  Al voordat die rare jongens van Romeinen van de papjes aten en zelfs al bestonden, was er waarschijnlijk al een ander volk dat de Kastanje had meegebracht naar het noorden. De Kelten.  In de late ijzertijd groeiden er al Tamme kastanjes in noordelijk Europa (waarmee overigens niet Scandinavië bedoeld wordt).

Zelfs de wetenschappelijke soortnaam ‘sativa’ is een verwijzing naar de cultivering, het is zelfs een letterlijke vertaling van ‘gecultiveerd’ ! De naam Castanea is een vervorming van een Grieks stadje (Kastanéia) aan de Zwarte Zee, waar de boom grootschalig aangeplant werd voor die heerlijke vruchten, de kastanjes.  De boom geeft alleen na lekkere warme zomers veel kastanjes, in oktober. Er waren tijden waarin na het op de knietjes verzamelen van kastanjes, de witte kern van de kastanjes achteraf meteen verwerkt werd tot een wasmiddel, en meteen bruikbaar werd om de vies geworden modderknieën op de kleding weer schoon te wassen. Erg handig dus.

Die kastanjes kunt u ook eten! Ze kunnen zelfs rauw gegeten worden of gepeld worden gekookt. U heeft wel verse kastanjes nodig van minstens enkele dagen na ze uit de boom zijn gevallen. Maar let op, het pellen zelf zal ook weer vooraf gegaan moeten worden door een paar minuten kook. Wat ook lekker is, is gepofte kastanjes. Een kruis in de bovenkant gekerfd voorkomt ontploffing. Om er meteen een gezellig ding van te maken raad ik u aan om eerst een vuurtje te maken en daarna de kastanjes in heet as te laten poffen en vervolgens een beetje zout, peper en boter bij te eten. Het volk heeft daarom de naam ‘Eetkastanje’ bedacht.

Als u het nog niet wist, het is belangrijk om te weten dat in Nederland ook Paardenkastanje Aesculus spec. voorkomt. Belangrijk, omdat dit een ander geslacht is en geen rauwe eetkastanjes oplevert. Een vreemd gegeven aangezien Aesculus, Eik met eetbare noot betekent . Het verschil is vooral te herkennen doordat de kastanjes van de Paardenkastanje 1 kastanje per bolster opleveren.  Maar ook hier moet u weer opletten, want een aantal lekkere en doorgekweekte kastanjes op de smaak komen van cultivars van de Tamme kastanje, die ook 1 noot in de bolsters hebben.. , zoals de Castanea sativa ‘Paragon’ en de -’Marron de Lyon.

Toch herkent u de Tamme kastanje ook wel aan zijn blad of aan zijn knoppen. Zijn knoppen zijn roodbruin en kaal en dragen hooguit drie knobschobben, maar duidelijk herkenbaar is het bladlitteken dat eronder te vinden is. Snijdt u voor de zekerheid maar eens zo’n grijs lootje door, dan neemt u een vijfstralig tot vijfhoekig stukje merg waar in het midden van het takje.

Er zijn wel twaalf kastanjesoorten, maar de Tamme kastanje is de enige inheemse soort van het Castanea-geslacht. In sommige arboreta is wel bijvoorbeeld de Castanea dentata te zien, de Amerikaanse kastanje, die in Amerika grootschalig door kastanjekanker is uitgemoord. Dit geslacht Castanea valt binnen de Napjesdragerfamilie Fagaceae. Deze Napjesdragerfamilie bestaat in Nederland enkel uit alle Eiksoorten, waaronder bijvoorbeeld de Donzige eik Quercus pubescens en ook de Beuk Fagus sylvatica.

Om even terug te komen op de vruchten…Er zouden nooit Kastanjes ontstaan als de boom geen bloemen had. En ook die bloemen hebben iets culinairs. De vrouwelijke groene bloemen ruiken naar gebakken champignons, helaas smaken ze niet zo. De mannelijke katjes zijn geelachtig en staan soms stijf rechtop en bevatten veel nectar die door het bijenvolk graag bezocht worden. Beide bloemen zitten op dezelfde boom in de maanden juni en juli. De bloemen bestuiven elkaar vooral met behulp van de wind.

De Tamme kastanje heeft iets met de kleur rood. De boom heeft een mannelijke energie en legt een verbinding met rode edelstenen, zoals Bloedsteen en Rode agaat, het element vuur en de eerste chakra, die ook vaak als rood wordt getypeerd.  Toch heeft de boom in zijn magisch verleden ook behoorlijk aardse resultaten opgeleverd op het gebied van geld, wat nou typisch een onderwerp is dat niet zo snel met de kleur rood geassocieerd wordt in spiritualiteit… eerder met groen of geel.

Maar u kunt dus door rondom de kastanje een geldbiljet te wikkelen, meer geld aan trekken. In de magie hebben ook Jupiter en Pluto een duit in de kastanjezak, en ook de kracht genezing. Deze genezingskracht werd vroeger voor meerdere ziektes gebruikt door enkel de kastanje in de zak mee te dragen, bijv. tegen reuma en jicht en drie kastanjes tegelijk in de zak tegen duizeligheid.

Maar u kunt bijvoorbeeld de kastanjes ook vermalen en vervolgens mengen met honing. Op deze manier kunt u bloedspugen en hoest tegengaan.  Verder heeft de Tamme kastanje nog vele andere medicinale werkingen, zoals tegen rugpijn, aderverkalking, vergeetachtigheid en diverse vrouwaandoeningen.

Ook via bloesemremedie kan de boom tot genezing leiden. Maar betreft de Tamme kastanje heeft men het in de bloesemremedie eerder over een verlossing die bezorgt kan worden. Wanneer iemand werkelijk tot in de diepste lagen van zichzelf pijn voelt, wanneer iemand ’het leiden en de wanhoop’ aan zijn ziel voelt krabben, wanneer iemand symbolisch met zijn rug tegen de muur staat met enkel nog vertwijfeling en eenzaamheid, in dergelijke riskante kantelpunten van het leven bieden de bloemen van deze ‘Dolle kastanje’ de verlossende uitweg. Een uitweg waarbij die noodzakelijke innerlijke transformatie aangedreven wordt door de bloesemgeur.

De Tamme kastanje is een mooie boom en heeft vaak opvallende veel lage takken. Hij vormt hogerop een mooie dichte en glanzende kroon. De bladeren zijn best groot en verkleuren in de herfst geel. De schors is in de jonge enigszins schaduwverdragende jaren horizontaal gestreept. Later in zijn leven veranderd dit en ontstaat er een verticaal gekloofd patroon waar ook vaak meerdere spiraalvormig omhoog lopende ribbels met de klok mee ontstaan. De boom is op zijn 60ste verjaardag vaak al gekapt. U kunt deze relatieve oudjes herkennen doordat de schors vanaf zijn 60st verjaardag een stuk bruiner is verkleurd.

De Tamme kastanje kan ondanks zijn bosleven best goed tegen UV-stralen. De stoffen die de bast tegen zonnebrand beschermen worden in de cosmetica gebruikt voor een verjongende werking van de huid waarmee sommige mensen een kleine verlossing van de ouderdom kunnen ervaren. Onthoudt u deze maar eens –> Echte verjonging ontstaat door innerlijke vruchtbaarheid.

Plaats een reactie