Schapenzuring

“Schrale schapenschoonheid”

Schapenzuring Rumex acetosella

Schapenzuring – Rumex acetosella (Sheep’s Sorrel (Red Sorrel))

 Schapenzuring is een plant die in de najaar kiemt. Een plant die ongeveer een halve meter hoog wordt en uit de Duizendknoopfamilie Polygonaceae komt.

Deze plant is vernoemd naar het Schaap Ovis aries. Het Schaap is een evenhoevig dier dat wel twintig jaar oud kan worden. Als een schaap werkelijk zo oud wordt, verliest hij vaak zijn tanden en overlijdt aan honger. De Schaap kunt u o.a. van zijn nauwe verwant de Geit Capra hircus onderscheiden aan de sik van de geit en aan het ontbreken van de onaangename geur die geiten opzettelijk verspreiden via hun geurklieren. Ondanks het geurverschil kunnen beide dieren wel een oogje op elkaar hebben en tot paren overgaan. Er ontstaat wel een embryo, maar die wordt in een vroeg stadium toch uit het lichaam afgestoten. Ze leven beide vaak op voedselarme gronden en vanwege het feit dat ook de Schapenzuring op dit soort gronden voorkomt is de vernoeming naar onze wollen vriend ontstaan!

Het woord Zuring in de naam van de plant is ook een zorgvuldig gekozen naam. De plant heet zuring omdat de bladeren zuur zijn. De bladeren zijn zuur omdat de planten op zure grond staan en het zuur uit de grond in zichzelf omzetten in oxaalzuur. De bladeren van de Schapenzuring zijn van andere Nederlandse zuringsoorten te onderscheiden aan de vorm. De bladeren hebben meestal de vorm van een pijl en zijn vaak een beetje blauwgroenig. Sommige bladeren op deze plant hebben ook wel een andere vorm, van rond tot lijnvormig. De voet van het blad is aan de bovenkant van de plant haast zittend tegen de stengel aan. De bladeren hebben aan die voet van het (daar inmiddels smal geworden deel van het blad) vaak twee smalle flubbeltjes hangen. Deze flubbeltjes worden voetslippen genoemd.

De hoeveelheid oxaalzuur dat in de Schapenzuring opgeslagen ligt, is net iets minder dan bij de geslachtsgenoot de Veldzuring Rumex acetosa. De Latijnse soortnaam van Schapenzuring is acetosella, en dat is de verkleinende trap van de Latijnse naam Acetosa van Veldzuring. ‘Acetosa’ betekent zuurrijk, dus vandaar!

De geslachtsnaam ‘Rumex’ betekent werpspies. Dit duidt op de pijlvorm in het blad van een aantal zuringsoorten. In Nederland is het dus de Schapenzuring die deze naam duidelijk de eer aandoet. Schapenzuring en Veldzuring zijn allebei eenslachtig en tweehuizig, waarmee zij zich onderscheiden van alle andere zuringsoorten Rumex spec.. Dit betekent dat elke bloem 1 geslacht heeft en dat er compleet vrouwelijke en mannelijke planten bestaan.

Deze bloemen van Schapenzuring bloeien van mei tot aan het begin van de herfst. Het zijn over het algemeen bloemen die men niet als esthetisch hoogstaand beschouwd. Ze zijn wel bijzonder omdat de vrouwelijke en de mannelijke bloemen lichtgroen tot lichtrood aangelopen zijn en soms zelfs donkerrood kunnen kleuren. Opvallend is hierbij dat de rode kleur juist op zonbeschenen plekken ontstaat. Hoe schaduwrijker de plek is, hoe lichtgroener de plant wordt.

De Schapenzuringbloemen groeien in een losse pluim. Elke losse bloem bestaat uit twee kransen van drie bloemdekblaadjes. De mannelijke bloemen hebben er zes meeldraden in staan en de vrouwelijke hebben een stamper met drie stempels erop. Insecten vinden deze bloemen ook niet een esthetisch hoogtepunt, vanwaar de bestuiving via wind tot stand moet komen.

Als de windbestuiving is voltrokken ontstaat er uiteindelijk op de vrouwelijke planten een driekantige vrucht waaraan een aantal grote kleppen vast zitten. In zo’ n beklepte vrucht zit een losliggend klein zaadje, die na het openen van de kleppen uit het vruchtje kan rollen om te ontkiemen.

Een andere bijzonderheid van de Schapenzuring is dat dit de enige zuringsoort is die als aaneengesloten plantendek in de natuur kan voorkomen. De zuring is eigenlijk een soort die u vaak solitair tussen andere vegetatie in ziet staan. Zuring geeft altijd een indicatie voor zure grond.

Schapenzuring is tevens een indicator voor schrale grond (voedselarm). Het is dan ook een pionierplant die een nog kale bodem goed kan vastleggen met zijn lange taaie wortelstokken en zo winderosie en dergelijke voortaan kan voorkomen. Ook wandelt de plant steeds een stukje verder met behulp van zijn wortelende uitlopers.

In alle werelddelen doet de Schapenzuring zo zijn werk, maar dit doet hij in de gematigde en koele streken van de werelddelen. Toch komt hij oorspronkelijk uit Europa, Noord-Afrika en West-Azië. Ook in Nederland is de Schapenzuring zeer algemeen. Schapenzuring komt bijvoorbeeld voor in natuurgebieden door zure regen. Schadelijke gassen in de lucht zorgen ervoor dat stikstof meeregent met de regen mee. Dit stikstof breekt in natuurgebieden kalk extra snel af en maakt het gebied zuur. En dan kan de Schapenzuring opduiken.

Schapenzuring groeit vooral op open plaatsen, zoals op kapvlakten, brandplekken, schapenweiden, kortbegraasde heide, tussen straatstenen, in bermen of op (zuurdere) zeeduinen. Tevens komt de plant voor tussen stukjes vegetatie langs zandverstuivingen, maar ook in bosranden. De bodem waarop hij leeft is altijd zand of veen. Schapenzuring komt vooral op roggeakkers in subjectieve vervelende aantallen voor.  Daar wordt dit plantje met zijn polletjes van rechtopstaande stengels als onkruid bekeken.

Konijnen Oryctolagus cuniculus en damherten Dama dama willen dit plantje op zich wel eten, maar niet te veel. Ondanks de vernoeming naar het schaap, zal het schaap dit plantje echt alleen in nood eten, net zoals runderen. Deze terughoudendheid onder de fauna heeft te maken met het oxaalzuur in dit kruid. Oxaalzuur breekt kalk af in het lichaam. Door te veel van de plant te eten kunnen de botten gaan verzwakken.

Toch kunnen mensen Schapenzuring best eten. Bijvoorbeeld als gekookte groente, door vleesgerechten of vers in de salade. Hiervoor dienen de jonge blaadjes uit april en mei gebruikt te worden en hierin smaakt het oxaalzuur juist lekker fris en zuur.  Misschien bent u wat afgeschrikt door de botafbrekende werking, maar in beperkte hoeveelheden is de plant veel gezonder dan ongezond. De bladeren zitten namelijk boordevol vitamine. Zie hier het vitaminealfabet uit de plant, A, B, C, D, E en K.

K is het buitenbeentje in dit alfabet. Vitamine K is belangrijk voor het bloed en met name de mogelijkheden rondom bloedstolling. Een mens maakt pas vanaf zijn vierde levensmaand vitamine K uit zichzelf aan. Dit doen we in de dikke darm. Vitamine K kan zich niet door de placenta heen verplaatsen, waardoor pasgeboren baby’s vaak extra vitamine K nodig hebben. Bij een tekort aan vitamine K kunnen bloedingen ontstaan. Wanneer een volwassene te lang antibiotica slikt kan er ook een tekort aan vitamine K ontstaan omdat de antibiotica de bacteriën die de vitamine aanmaakt doodt. Naast Schapenzuring kunnen we ook vitamine K binnenkrijgen via eieren, vlees en zuivelproducten.

Naast deze vitamines zit er in de bladeren ook rond de tien procent carotenoïden. Carotenoïden spelen een belangrijke rol in de fotosynthese van de Schapenzuring.

Even een korte opheldering van de biologieles… Kent u de vergelijking nog?: “6CO2 + 12 H20 + lichtenergie > C6H12O6 + 6H2O + 602”

Even een biologische race van groot naar klein! Start.* In een plant vindt de fotosynthese plaats in de chloroplasten >> Binnenin deze chloroplasten zit een systeem van membranen >> Deze membranen vertonen op meerdere plaatsen verdikte delen, die ‘de grana’ genoemd worden >> En deze grana bestaat dan weer uit opgestapelde platte schijfjes// Die schijfjes heten de thylacoïden >> In de thylacoïden zitten vele fotosynthetische eenheden,>> die bestaan uit verschillende soorten pigmenten…. En een pigment is eigenlijk maar een enkele molecuul.|||

!Dan nu de werking.!

Overdag wordt in de membranen van de thylacoïden licht omgezet in chemische energie. Dit is de zogenaamde lichtreactie. In één fotosynthetische eenheid zitten honderden moleculen (pigmenten). Maar er is per fotosynthetische eenheid slechts één pigment die werkelijk dat licht kan omzetten in chemische energie, het zogenaamde reactiecentrum.

Alle andere pigmenten hebben een andere functie. Zij vangen en slaan lichtenergie op. Daarom worden deze pigmenten ook wel antennepigmenten of hulppigmenten genoemd. Deze pigmenten geven al de opgevangen lichtenergie door aan het reactiecentrum.

En ’s Nachts wordt het tweede deel van de fotosynthese in gang gezet.  ’s Nachts gebruikt de plant de afgeleverde chemische energie van het reactiecentrum om van CO2 werkelijk suikers te maken. Deze zogenaamde donkerreactie vindt op een andere plek genaamd ‘stroma’ plaats.

Okee, we begonnen deze fotosyntheserace vanuit het feit dat in Schapenzuring veel carotenoïden zitten. Carotenoïde is een antennepigment! Maar nu begrijpt u ook wat dat is en wat het voor functie heeft.

Nu denkt u natuurlijk, wat zijn dan bladgroenkorrels? Bladgroenkorrels is hetzelfde als chlorofyl. In een fotosynthetische eenheid zitten zo’n 200 chlorofylmoleculen en ongeveer 100 andere pigmenten. Carotenoïden behoren tot die andere pigmenten. En deze hulppigmenten beschermen overigens tegelijkertijd ook weer het chlorofyl tegen de schadelijke UV-straling van de zon.

Maar… Carotenoïden komen ook voor in uw huid. Carotenoïden zijn hét geheim van uiterlijke schoonheid voor de mens. Carotenoïde is een geel pigment en uit onderzoek blijkt dat een toename van speciaal dít pigment de mens een aantrekkelijker uiterlijk geeft. Bij dieren komt dit pigment ook voor in aantrekkelijke veren, maar ook in beschermende pantsers!

Er valt nog meer te vertellen over de nuttigheid van Schapenzuring. Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar medische toepassingen van deze plant, echter zijn de conclusies van diverse onderzoeken nogal tegenstrijdig. Uiteindelijk zullen wij als ‘onafhankelijke’ concluderen dat de plant bij veel ziektes kán helpen, maar er is totaal geen garantie. Waar het medicinaal voor zou kunnen werken laten we daarom achterwege.

Daarentegen is het nut van Schapenzuring voor de Kleine vuurvlinder Lycaena phlaeas overduidelijk! De kleine vuurvlinder kan niet overleven zonder Schapenzuring waar zij haar eitjes op moet neerleggen. Als de groen met rozegerande rups uitkomt zal hij op de achterkant van het blad dunne laagjes van het blad wegschrapen en opeten. U kunt de aanwezigheid van deze kleine vuurvlinderrupsjes daarom ontdekken als u blaadjes van de Schapenzuring vindt, die extra lichtdoorschijnend zijn. De verpopping vindt ook vaak plaats op of onder deze waardplant.

Kleine vuurvlinder

Kleine vuurvlinder Lycaena phlaeas

Let goed op, want hij komt overal in Nederland voor, maar helaas wel weinig.

Deze vuurvlinder vliegt in drie generaties en behoort ondanks het gebrek aan de blauwe kleur toch tot de familie van de Blauwtjes Lycaenidae.

Schapenzuring biedt ook een tehuis aan snuitkevers uit de spitsmuis-groep Apionidae. De Menierode zuringspitsmuis Apion frumentarium veroorzaakt waarschijnlijk soms gal op de Schapenzuring. Al deze spitsmuisjes hebben geen haar, geen snorhaartjes, het zijn kevertjes met een lange dunne snuit, en één van deze spitsmuisjes blies dit zure verhaaltje….

UIT.

Plaats een reactie